Gedragsproblemen
Evenwichtig gedrag & gedrag in evenwicht
Het evenwichtsorgaan in het oor is verantwoordlijk voor ons evenwicht, maar ook voor onze oriëntatie in de ruimte. Hoe we in de omgeving staan en hoe we de omgeving kunnen ordenen, inschatten, veranderen of beïnvloeden bepaalt voor een groot deel ons gedrag.
Ons lichaam verandert voortdurend van positie, en het is dankzij ons evenwichtsorgaan dat we de omgeving vanuit veranderende perspectieven kunnen zien en ervaren. Het evenwichtsorgaan verschaft ons informatie over de positie, houding en balans van ons lichaam (=lichaamsbewustzijn), en bepaalt dus ook mee het besef van onze lichaamspositie in de ruimte en omgeving.
Via onze lichamelijke positie, houding en handelingen kunnen we invloed uitoefenen op de omgeving. Door het bewustzijn hiervan wordt een zelf-beeld (zelf-begrip, ik-beeld) gevormd. We zijn ons ervan bewust dat we fysiek -in lichaam en persoon- deel uitmaken van een omringende omgeving.
Wanneer het niet goed lukt om de omgeving te verkennen, ontstaat een gevoel van afstand en vervreemding van de omgeving. Dit geeft een angstig en onveilig gevoel. Hierdoor ontstaan belemmeringen op vlak van zelfbeeld, zelfregulatie en inlevingsvermogen, en ontstaat er een onvermogen om overzicht en inzicht op de omgeving te krijgen (= des-oriëntatie). De verbinding met de omgeving is zoek, met gevoelens als ontreddering, frustratie, bedreigd of onveilig voelen als gevolg. Dit kan dan weer angst, snel overprikkeld raken, vluchten, afweer, afzonderen en in zichzelf gekeerd gedrag meebrengen.
Dit belemmert dan weer de communicatie met de omgeving, en veroorzaakt een vicieuze cirkel van geen overzicht in de omgeving, onveiligheid en mis-communicatie.
Het gevolg is
OF terugvallen op eigen lichaam (in zichzelf gekeerd, afschermend of afgekeerd gedrag)
OF over-reageren (uit de situatie weglopen, de rug toekeren, hard schreeuwen, fysiek afwerend gedrag)
Bron: Van Balkom, H., Oriëntatie in lichaam, ruimte en tijd: Gaandeweg en al doende vind je de route naar jezelf, 2020
Wat doen de luistertrainingen?
De frequenties die verwerkt worden door het evenwichtsorgaan zijn de lagere frequenties van 0-1000 Hz.
Het waarnemen van de hoge en de lage frequenties wordt uitgebalanceerd tijdens het luisteren. De Brain Activator stuurt de muziek (of de stem) afwisselend door twee verschillende kanalen; één kanaal waarbij de lage frequenties (< 1000 Hz) versterkt worden, en één kanaal waarbij de hoge frequenties (> 1000Hz) versterkt worden. Het wisselen tussen deze kanalen is onregelmatig en veroorzaakt het ‘Tomatis-Effect’. Door de constante verandering tussen versterken en dempen van lage en hoge frequenties wordt het zenuwstelsel gestimuleerd en meer in balans gebracht, met een gunstig effect op gedrag.