Taal
Luistertrainingen openen de oren voor taal
Elke taal heeft zijn eigen klanken en zijn eigen typerende frequentie-spectrum.
De Wet van Tomatis zegt dat iemand enkel die frequenties kan reproduceren die hij ook hoort. Dat betekent dat we om een taal goed te kunnen leren, we eerst en vooral het frequentiebereik van die taal goed moeten kunnen horen.
Hoe we bepaalde klanken en frequenties waarnemen en horen bepaalt dus onze taalontwikkeling. Het is dan ook logisch dat we in een luistertest informatie zien over de verwerking van taal.
In een luistertest kunnen we zien in welke frequentie-gebieden bepaalde taalproblemen zich bevinden;
-Kan iemand genoeg verschillende klanken en geluiden onderscheiden of niet?
-Zit het probleem eerder in het uitspreken van woorden? Is het produceren van bepaalde klanken misschien moeilijk?
-Heeft iemand het vooral moeilijk met spelling?
-Of lukt het gewoon niet om woorden neer te schrijven?
-Blijft lezen een worsteling, gaat luidop lezen moeizaam?
Een goede taalontwikkeling is nodig om goed te kunnen leren.
Als je goed kan luisteren, begrijp je ook goed de opdrachten en de vragen die gegeven worden.
Als je goed kan luisteren, zal je woorden of klanken die gelijkaardig klinken minder door elkaar halen of verwisselen.
Als je goed kan luisteren, kan je ook goed klanken onderscheiden, wat een positieve invloed heeft op het spreken en het stemgebruik.
Als je goed kan luisteren, zal je de klanken van woorden beter kunnen analyseren, en dus ook beter kunnen opschrijven.
Als je goed kan luisteren, kan je goed toonhoogtes onderscheiden, en kan je ook beter op toon zingen.
Om specifiek de zone van de taal-frequenties extra te stimuleren, gebruiken we bij de luistertrainingen muziekbestanden die speciaal gefilterd zijn op de frequenties van de taal-zone. Zo worden deze frequenties enorm gestimuleerd en zo openen de luistertrainingen de oren voor taal.
Niet enkel de frequenties van de moedertaal kunnen gestimuleerd worden. Binnen de luistertrainingen zijn er speciaal aangepaste muziek-bestanden om de oren ook te openen voor de frequenties van een vreemde taal, zodat het leren van deze taal makkelijker wordt.
Zie ook: Een vreemde taal leren
Lezen
= Combinatie van de ogen en de oren
Belangrijk is hierbij dat het oor hierbij de leiding neemt.
De ogen volgen het oor. Wanneer de auditieve waarneming sneller is dan de visuele, dan gaan er bij het lezen van de woorden lettergrepen weggelaten worden. Wanneer het oor trager is dan de ogen, worden de ogen tegengehouden en hierdoor worden bijvoorbeeld lettergrepen omgedraaid of verwisseld.
Het grafische beeld van het woord en het akoestische beeld ervan moeten dus tegelijk overeenkomen. Als het beeld en de klank van woorden niet gelijktijdig optreden ontstaat een lees-probleem. De geluidsdiscriminatie werkt niet zoals het hoort, en het is moeilijk om klanken die op elkaar lijken (zoals p en b, d en t) te onderscheiden.
Daarbij tonen hersenonderzoeken aan dat kinderen met lees-problemen niet genoeg gebruik maken van de normale snelle informatieverwerking in de linker hersenhelft.
Bron: Vervoort J. & de Voigt M., Horchen für das Leben, über unser Gehirn und Musik, Sint-Truiden
Wat doen de luistertrainingen?
Door hooggefilterde tonen te geven, kan de klank-analyse zich sterker ontwikkelen. De oren worden getraind om verschillende klanken te onderscheiden, en worden gestimuleerd in het waarnemen van de ontbrekende frequenties.
In een latere trainings-fase wordt het spectrum geleidelijk aan naar onder uitgebreid, zodat de kinderen de klank-analyse-strategie (die ze in de eerste fase versterkt hebben) ook op het waarnemen van diepere tonen kunnen toepassen.
Daarbij wordt in de latere trainingsfasen het rechter oor toenemend sterker gestimuleerd dan het linker oor. Het rechter oor stimuleert immers de linker hersenhelft, die verantwoordelijk is voor de snelle verwerking van taal.
Bron:
Vervoort J. en M., Wissen Sie warum Sie zwei Ohren haben?, p74-79, 1998, Sint-Truiden